Onze verhalenmaker

Max Buis

Verhalen van een échte Jouster

‘Het gebouw van de klokkencollectie was ooit een daklozenopvang’

Verhalen vertellen, dat kan Max als geen ander. Zo geeft hij regelmatig rondleidingen door het museum, verwelkomd hij onze bezoekers bij de balie én geeft hij met het Gilde Joure regelmatig historische wandelingen door Joure.

Kuier je mee met Max?

Als je meer van ‘de vlecke’ Joure wil weten, kan je natuurlijk een rondwandeling downloaden. Maar wat is leuker dan op pad gaan met een echte Jouster die tijdens de wandeling ook de meest interessante weetjes opdist? In de zomer bieden het Gilde Joure en de VVV de ‘Kuier troch de Jouwer’ aan. Eén van de gidsen is Max Buis (66).

Dienbladchauffeur

‘Na de middelbare school heb ik eerst een beetje van alles gedaan. Maar al gauw vond ik mijn plek als ober in een kroeg die stond op de plaats waar nu de Albert Heijn staat. Een prachtig pand en de kroegbaas zorgde ervoor dat ieder weekend leuke bands optraden. In mijn jonge jaren kwamen daar bijvoorbeeld The Outsiders met Wally Tax, Armand en Boudewijn de Groot. De vloer van de zaal boven bewoog een beetje als er teveel bezoekers waren, dat was wel spannend.

Toen de AH dit pand kocht, kreeg ik een baan bij Partycentrum ’t Haske. Daar kwam meer publiek, want er was een groot podium en er waren kleedkamers voor de artiesten. Ook toneelverenigingen kwamen daar graag met hun voorstellingen. Ik deed ’s avonds de bar en soms overdag de catering op locatie zoals bij de Ballonfeesten.’

‘Rond 2015 moest ik wat anders. Ik kon een baan krijgen bij de BP bij de rotonde. Ook daar had ik leuk contact met de mensen, want dat is toch wel de rode draad in mijn leven. Overdag deed ik dan de BP en in het weekend hielp ik nog bij ’t Haske.’

De schilderijen van vader

‘Mijn vader was etaleur en historisch schilder. Hij kon goed vertellen over het vroegere Joure en hij schilderde de vroegere huizen en straten. Hij verkocht die schilderijen vaak aan emigranten die voor een reisje terugkwamen naar hun geboorteplaats. Hij heeft wel meer dan 2000 tekeningen en schilderijen gemaakt. Zijn werk hangt over de hele wereld.’

Kuiertjes

‘Wat mijn vader kon met zijn tekeningen, dat probeer ik met woorden. Ik heb dezelfde belangstelling voor de oude tijd en ik kan er mooi over vertellen. Ik heb me rond 2000 aangesloten bij de groep die de kuiertjes verzorgt.

De route leidt langs oude gevels, smalle straatjes en historische panden. Tijdens de rondleiding geven wij als gidsen de gelegenheid om de historische gerechtskamer in de ‘Jouster Toer’ te bekijken, waar in een lang verleden kleine vergrijpen direct werden berecht. De bezoekers moeten dan een hoge trap op en als ze bijna boven zijn, pakken ze zich vast aan een platte steen en hijsen ze zich rechtop. Bij het naar beneden gaan vertel ik dat die steen een urinoir was voor de veroordeelden die daar nog even hun behoefte konden doen voordat ze voor het Gerecht moesten verschijnen. Je ziet de mensen schrikken!’

Douwe Egberts melangeur Sipke

’t Sael was daklozenopvang

‘Ik spits mijn verhalen altijd zo veel mogelijk toe op de achtergrond van mijn publiek. Als ik weet waar hun belangstelling ligt ga ik daar wat meer op in. Architectuur, sociale geschiedenis, handel of industrie: daar heb ik allemaal verhalen over. Kijk maar eens naar het gebouw van ’t Sael (dat nu bij Museum Joure hoort en plaats biedt aan de Friese klokkencollectie, red.), dat was vroeger de daklozenopvang van Joure. Mijn vader was erg gevoelig voor onrechtvaardigheid en hij heeft dat allemaal geschilderd voor onder andere de nazaten van de mensen die daar opgevangen werden.’

Rondleiden in het museum

‘Na mijn pensioen ben ik meer gaan doen voor het museum. Ik doe rondleidingen, ook wel eens een beetje in het Duits en Engels. Als ik er niet uitkom heb ik het handen- en voetenwerk. Iedereen begrijpt het wel. Daarnaast ben ik achter de balie te vinden waar het publiek binnenkomt.’

‘Er is wel een verschil in groepen die we krijgen om rond te leiden door het museum. De noorderlingen zijn vooral geïnteresseerd in de gebruiksvoorwerpen van Douwe Egberts, die ze vroeger (of nog steeds) in huis hadden. Andere bezoekers zijn vooral belangstellend naar de klokken en de historie van de ambachten. Ik vertel ze dan dat er hier in Joure vroeger een overslaghandel was. Kopererts en oud eikenhout werd ingevoerd uit Scandinavië en de geelgieters en klokkenmakers konden daarmee hun bedrijf opzetten. Er werd ook veel thuiswerk gedaan dat later in de fabriekjes geassembleerd werd, zoals het zagen van de wijzerplaten.’

Ons Lieske

‘Tot slot een anekdote. Rond 1900 woonde er in een van de smalste straatjes van Joure een gezin met een zwakzinnige dochter. Dat meisje zat in een afgetimmerde hoek van de kamer. Ze raasde en tierde de hele dag, niet om aan te horen. Na een aantal jaren was het op een zondag ineens stil in dat smalle straatje. De buren kwamen vragen: “Wat is Lieske stil! Is er wat gebeurd?” “Nee hoor”, zeiden de ouders, “Lieske is naar de opvang bij de fraters in Limburg. Daar wordt heel goed voor haar gezorgd.” De buren vertrouwden het niet, de veldwachter kwam ook eens kijken, maar nee, geen Lieske.

Na vele jaren waren de ouders overleden en werd het huisje verkocht. De oude straatjes werden gesaneerd, alles ging op de schop. Zelfs de estriken werden uit de keldervloer gehaald. En onder die tegels…’

Interview en tekst: Willeke ten Noever Bakker

Meer van onze makers?